verzilveren

Conjugations List of Verzilveren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverzilververzilverdeheb verzilverd
jij, je, uverzilvertverzilverdehebt verzilverd
hij, zij, hetverzilvertverzilverdeheeft verzilverd
wijverzilverenverzilverdenhebben verzilverd
jullieverzilverenverzilverdenhebben verzilverd
zij, zeverzilverenverzilverdenhebben verzilverd

Presens
Beta

Example presens sentences for Verzilveren with some of the pronouns.

  • Ik verzilver mijn cadeaubon.
  • Jij verzilvert je punten voor korting.
  • Hij verzilvert zijn prijzen bij de loterij.
  • Zij verzilveren hun vouchers voor gratis producten.
  • Wij verzilveren onze tegoedbonnen in de winkel.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verzilveren with some of the pronouns.

  • Vroeger verzilverde ik altijd mijn gespaarde punten.
  • Toen ik jong was, verzilverde ik regelmatig mijn cadeaubonnen.
  • Hij verzilverde zijn coupons elke keer dat hij boodschappen deed.
  • Zij verzilverden hun tegoedbonnen voordat ze verliepen.
  • In het verleden verzilverden wij vaak onze kortingscodes.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verzilveren with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn cheque verzilverd.
  • Jij hebt je beloning verzilverd.
  • Hij heeft zijn bonnen verzilverd tijdens de uitverkoop.
  • Zij hebben hun gewonnen prijzen verzilverd.
  • Wij hebben onze waardebonnen verzilverd voor nieuwe kleding.