voltrekken

Conjugations List of Voltrekken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvoltrekvoltrokheb voltrokken
jij, je, uvoltrektvoltrokhebt voltrokken
hij, zij, hetvoltrektvoltrokheeft voltrokken
wijvoltrekkenvoltrokkenhebben voltrokken
jullievoltrekkenvoltrokkenhebben voltrokken
zij, zevoltrekkenvoltrokkenhebben voltrokken

Presens
Beta

Example presens sentences for Voltrekken with some of the pronouns.

  • De gebeurtenis voltrekt zich in het bos.
  • We voltrekken de ceremonie morgenochtend.
  • Hij voltrekt zijn taak met grote nauwkeurigheid.
  • Jullie voltrekken je plicht als burgers.
  • De veranderingen voltrekken zich geleidelijk.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Voltrekken with some of the pronouns.

  • De ramp voltrok zich vorig jaar.
  • Hij voltrok zijn meesterwerk tijdens zijn leven.
  • De oorlog voltrok zich gedurende jaren van strijd.
  • Het proces voltrok zich langzaam en pijnlijk.
  • De veranderingen voltrokken zich stap voor stap.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Voltrekken with some of the pronouns.

  • De bruiloft heeft zich gisteren voltrokken.
  • Ik heb de transformatie voltrokken met behulp van nieuwe technologie.
  • Het wonderlijke fenomeen heeft zich voor onze ogen voltrokken.
  • Ze hebben de overwinning voltrokken tijdens de wedstrijd.
  • De tragedie heeft zich lang geleden voltrokken.