vooropstaan
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | sta voorop | stond voorop | heb vooropgestaan |
jij, je, u | staat voorop | stond voorop | hebt vooropgestaan |
hij, zij, het | staat voorop | stond voorop | heeft vooropgestaan |
wij | staan voorop | stonden voorop | hebben vooropgestaan |
jullie | staan voorop | stonden voorop | hebben vooropgestaan |
zij, ze | staan voorop | stonden voorop | hebben vooropgestaan |
Presens
Example presens sentences for Vooropstaan with some of the pronouns.
- Vooropstaan is belangrijk in een team om succesvol te zijn.
- Ik sta voorop in de strijd tegen onrecht.
- Jij staat altijd voorop wanneer er hulp nodig is.
- Hij of zij staat graag voorop bij nieuwe ontwikkelingen.
- Wij staan gezamenlijk voorop in het streven naar verandering.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Vooropstaan with some of the pronouns.
- Vroeger stond ik altijd voorop in sportwedstrijden.
- Toen we jong waren, stonden we vaak voorop in avontuurlijke activiteiten.
- De vorige directeur stond niet altijd voorop in het nemen van beslissingen.
- Het bedrijf stond jarenlang voorop in de markt, maar dat veranderde.
- In het verleden stonden we samen voorop in ons streven naar gelijkheid.
Perfectum
Example perfectum sentences for Vooropstaan with some of the pronouns.
- Ik heb vooropgestaan tijdens de presentatie gisteren.
- Jullie hebben al eerder vooropgestaan in vergelijkbare situaties.
- De organisatie heeft altijd vooropgestaan in innovatie.
- Hebben jullie ooit vooropgestaan bij het plannen van een evenement?
- Zij hebben de afgelopen jaren vooropgestaan in duurzaamheid.