voortstuderen

Conjugations List of Voortstuderen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstudeer voortstudeerde voortheb voortgestudeerd
jij, je, ustudeert voortstudeerde voorthebt voortgestudeerd
hij, zij, hetstudeert voortstudeerde voortheeft voortgestudeerd
wijstuderen voortstudeerden voorthebben voortgestudeerd
julliestuderen voortstudeerden voorthebben voortgestudeerd
zij, zestuderen voortstudeerden voorthebben voortgestudeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Voortstuderen with some of the pronouns.

  • Ik studeer voort aan de universiteit.
  • Jij studeert voort voor je examen.
  • Hij/Zij studeert voort om een diploma te behalen.
  • Wij studeren voort met veel enthousiasme.
  • Zij studeren voort op het gebied van technologie.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Voortstuderen with some of the pronouns.

  • Vroeger studeerde ik voort aan de middelbare school.
  • Toen jij jong was, studeerde je voort op de muziekschool.
  • Hij/Zij studeerde voort tijdens zijn/haar hele carrière.
  • Wij studeerden voort terwijl we parttime werkten.
  • Zij studeerden voort in de avonduren naast hun baan.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Voortstuderen with some of the pronouns.

  • Ik heb voortgestudeerd aan de hogeschool.
  • Jij hebt voortgestudeerd in het buitenland.
  • Hij/Zij heeft voortgestudeerd op het gebied van geneeskunde.
  • Wij hebben voortgestudeerd voor onze masterdiploma's.
  • Zij hebben voortgestudeerd aan de kunstacademie.