voorzuiveren

Conjugations List of Voorzuiveren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikzuiver voorzuiverde voorheb voorgezuiverd
jij, je, uzuivert voorzuiverde voorhebt voorgezuiverd
hij, zij, hetzuivert voorzuiverde voorheeft voorgezuiverd
wijzuiveren voorzuiverden voorhebben voorgezuiverd
julliezuiveren voorzuiverden voorhebben voorgezuiverd
zij, zezuiveren voorzuiverden voorhebben voorgezuiverd

Presens
Beta

Example presens sentences for Voorzuiveren with some of the pronouns.

  • Ik zuiver voor.
  • Jij zuivert voor.
  • Hij/Zij/Het zuivert voor.
  • Wij zuiveren voor.
  • Jullie zuiveren voor.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Voorzuiveren with some of the pronouns.

  • Ik zuiverde voor.
  • Jij zuiverde voor.
  • Hij/Zij/Het zuiverde voor.
  • Wij zuiverden voor.
  • Jullie zuiverden voor.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Voorzuiveren with some of the pronouns.

  • Ik heb voorgezuiverd.
  • Jij hebt voorgezuiverd.
  • Hij/Zij/Het heeft voorgezuiverd.
  • Wij hebben voorgezuiverd.
  • Jullie hebben voorgezuiverd.