vroegschaffen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vroegschaf | vroegschafte | heb gevroegschaft |
jij, je, u | vroegschaft | vroegschafte | hebt gevroegschaft |
hij, zij, het | vroegschaft | vroegschafte | heeft gevroegschaft |
wij | vroegschaffen | vroegschaften | hebben gevroegschaft |
jullie | vroegschaffen | vroegschaften | hebben gevroegschaft |
zij, ze | vroegschaffen | vroegschaften | hebben gevroegschaft |
PresensBeta
Example presens sentences for Vroegschaffen with some of the pronouns.
- Ik schaf vroeg aan.
- Jij schaft vroeg aan.
- Hij/Zij schaft vroeg aan.
- Wij schaffen vroeg aan.
- Jullie schaffen vroeg aan.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vroegschaffen with some of the pronouns.
- Ik schafte vroeg aan.
- Jij schafte vroeg aan.
- Hij/Zij schafte vroeg aan.
- Wij schaften vroeg aan.
- Jullie schaften vroeg aan.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vroegschaffen with some of the pronouns.
- Ik heb vroegschaf gedaan.
- Jij hebt vroegschaf gedaan.
- Hij/Zij heeft vroegschaf gedaan.
- Wij hebben vroegschaf gedaan.
- Jullie hebben vroegschaf gedaan.