wegduiken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | duik weg | dook weg | ben weggedoken |
jij, je, u | duikt weg | dook weg | bent weggedoken |
hij, zij, het | duikt weg | dook weg | is weggedoken |
wij | duiken weg | doken weg | zijn weggedoken |
jullie | duiken weg | doken weg | zijn weggedoken |
zij, ze | duiken weg | doken weg | zijn weggedoken |
PresensBeta
Example presens sentences for Wegduiken with some of the pronouns.
- Ik duik weg in het donker.
- Jij duikt weg voor de hond.
- Hij/Zij duikt weg achter de boom.
- Wij duiken weg onder de tafel.
- Jullie duiken weg in het zwembad.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Wegduiken with some of the pronouns.
- Ik dook weg toen ik je zag.
- Jij dook weg voor de regen.
- Hij/Zij dook weg achter de auto.
- Wij doken weg bij het harde geluid.
- Jullie doken weg in de schuilplaats.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Wegduiken with some of the pronouns.
- Ik ben weggedoken achter de muur.
- Jij bent weggedoken in de zee.
- Hij/Zij is weggedoken voor de bal.
- Wij zijn weggedoken tijdens het spel.
- Jullie zijn weggedoken onder de deken.