weggieten

Conjugations List of Weggieten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikgiet weggoot wegheb weggegoten
jij, je, ugiet weggoot weghebt weggegoten
hij, zij, hetgiet weggoot wegheeft weggegoten
wijgieten weggoten weghebben weggegoten
julliegieten weggoten weghebben weggegoten
zij, zegieten weggoten weghebben weggegoten

Presens
Beta

Example presens sentences for Weggieten with some of the pronouns.

  • Ik giet de melk weg na de vervaldatum.
  • Jij giet het water weg uit de bloemenvaas.
  • Hij giet de restjes soep weg in de gootsteen.
  • Wij gieten de oude olie weg voordat we nieuwe toevoegen.
  • Zij gieten de wijn weg omdat hij zuur is.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Weggieten with some of the pronouns.

  • Vroeger gooide ik altijd overtollig water weg uit de bloempotten.
  • Toen ik jonger was, goten we melk weg als die zuur rook.
  • Hij gooide de oude motorolie altijd weg in het riool.
  • In het verleden goten we vaak restjes drank weg na een feestje.
  • Ze gooiden vroeger de kapotte flessen altijd weg in de glasbak.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Weggieten with some of the pronouns.

  • Ik heb de koffie weggegoten omdat hij koud was.
  • Jij hebt het afvalwater weggegoten in de afvoer.
  • Hij heeft de verfresten weggegoten in een speciale container.
  • Wij hebben de overgebleven saus weggegoten voordat we de pan schoonmaakten.
  • Zij hebben de onbruikbare medicijnen weggegoten in de medicijnbak.