oppoken

Conjugations List of Oppoken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikpook oppookte opheb opgepookt
jij, je, upookt oppookte ophebt opgepookt
hij, zij, hetpookt oppookte opheeft opgepookt
wijpoken oppookten ophebben opgepookt
julliepoken oppookten ophebben opgepookt
zij, zepoken oppookten ophebben opgepookt

Presens
Beta

Example presens sentences for Oppoken with some of the pronouns.

  • Ik pok opp.
  • Jij pookt op.
  • Hij/Zij/Het pookt op.
  • Wij/jullie/zij poken op.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Oppoken with some of the pronouns.

  • Ik pookte op.
  • Jij pookte op.
  • Hij/Zij/Het pookte op.
  • Wij/jullie/zij pookten op.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Oppoken with some of the pronouns.

  • Ik heb opgepookt.
  • Jij hebt opgepookt.
  • Hij/Zij/Het heeft opgepookt.
  • Wij/jullie/zij hebben opgepookt.