wegkankeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kanker weg | kankerde weg | ben weggekankerd |
jij, je, u | kankert weg | kankerde weg | bent weggekankerd |
hij, zij, het | kankert weg | kankerde weg | is weggekankerd |
wij | kankeren weg | kankerden weg | zijn weggekankerd |
jullie | kankeren weg | kankerden weg | zijn weggekankerd |
zij, ze | kankeren weg | kankerden weg | zijn weggekankerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Wegkankeren with some of the pronouns.
- Ik kanker weg van de situatie.
- Jij kankert weg van je verantwoordelijkheden.
- Hij/Zij/Het kankert weg zonder iets te zeggen.
- Wij kankeren weg van de drukte.
- Jullie kankeren weg van de problemen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Wegkankeren with some of the pronouns.
- Ik wankelde weg van de situatie.
- Jij kankerde weg van je verantwoordelijkheden.
- Hij/Zij/Het kankerde weg zonder iets te zeggen.
- Wij wankelden weg van de drukte.
- Jullie kankerden weg van de problemen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Wegkankeren with some of the pronouns.
- Ik ben weggewankerd van de situatie.
- Jij bent weggekankerd van je verantwoordelijkheden.
- Hij/Zij/Het is weggekankerd zonder iets te zeggen.
- Wij zijn weggewankerd van de drukte.
- Jullie zijn weggekankerd van de problemen.