wegpoetsen

Conjugations List of Wegpoetsen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikpoets wegpoetste wegheb weggepoetst
jij, je, upoetst wegpoetste weghebt weggepoetst
hij, zij, hetpoetst wegpoetste wegheeft weggepoetst
wijpoetsen wegpoetsten weghebben weggepoetst
julliepoetsen wegpoetsten weghebben weggepoetst
zij, zepoetsen wegpoetsten weghebben weggepoetst

Presens
Beta

Example presens sentences for Wegpoetsen with some of the pronouns.

  • Ik poets de vlek weg.
  • Jij poetst de vlek weg.
  • Hij/Zij poetst de vlek weg.
  • Wij poetsen de vlek weg.
  • Jullie poetsen de vlek weg.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Wegpoetsen with some of the pronouns.

  • Ik poetste de vlek weg.
  • Jij poetste de vlek weg.
  • Hij/Zij poetste de vlek weg.
  • Wij poetsten de vlek weg.
  • Jullie poetsten de vlek weg.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Wegpoetsen with some of the pronouns.

  • Ik heb de vlek weggepoetst.
  • Jij hebt de vlek weggepoetst.
  • Hij/Zij heeft de vlek weggepoetst.
  • Wij hebben de vlek weggepoetst.
  • Jullie hebben de vlek weggepoetst.