wegpromoveren
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | promoveer weg | promoveerde weg | heb weggepromoveerd |
| jij, je, u | promoveert weg | promoveerde weg | hebt weggepromoveerd |
| hij, zij, het | promoveert weg | promoveerde weg | heeft weggepromoveerd |
| wij | promoveren weg | promoveerden weg | hebben weggepromoveerd |
| jullie | promoveren weg | promoveerden weg | hebben weggepromoveerd |
| zij, ze | promoveren weg | promoveerden weg | hebben weggepromoveerd |
Presens
Example presens sentences for Wegpromoveren with some of the pronouns.
- Ik promoveer hem weg bij het team.
- Jij promoveert haar weg naar een andere afdeling.
- Hij/Zij promoveert de medewerker weg van zijn huidige positie.
- Wij promoveren hen weg van de ondersteuning naar een leidinggevende functie.
- Jullie promoveren ons weg uit deze afdeling.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Wegpromoveren with some of the pronouns.
- Ik promoveerde hem weg toen ik nog zijn manager was.
- Jij promoveerde haar weg voordat ze haar nieuwe baan vond.
- Hij/Zij promoveerde de medewerker weg terwijl hij/zij aan het solliciteren was.
- Wij promoveerden hen weg nadat ze een succesvol project hadden afgerond.
- Jullie promoveerden ons weg toen jullie de reorganisatie doorvoerden.
Perfectum
Example perfectum sentences for Wegpromoveren with some of the pronouns.
- Ik heb hem weggepromoveerd naar een hogere functie.
- Jij hebt haar weggepromoveerd naar een betere positie.
- Hij/Zij heeft de medewerker weggepromoveerd vanwege zijn prestaties.
- Wij hebben hen weggepromoveerd naar een belangrijk project.
- Jullie hebben ons weggepromoveerd vanuit onze vorige rol.