wegsaneren
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | saneer weg | saneerde weg | heb weggesaneerd |
| jij, je, u | saneert weg | saneerde weg | hebt weggesaneerd |
| hij, zij, het | saneert weg | saneerde weg | heeft weggesaneerd |
| wij | saneren weg | saneerden weg | hebben weggesaneerd |
| jullie | saneren weg | saneerden weg | hebben weggesaneerd |
| zij, ze | saneren weg | saneerden weg | hebben weggesaneerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Wegsaneren with some of the pronouns.
- Ik saneer weg.
- Jij saneert weg.
- Hij/Zij/Het saneert weg.
- Wij saneren weg.
- Jullie saneren weg.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Wegsaneren with some of the pronouns.
- Ik saneerde weg.
- Jij saneerde weg.
- Hij/Zij/Het saneerde weg.
- Wij saneerden weg.
- Jullie saneerden weg.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Wegsaneren with some of the pronouns.
- Ik heb weggesaneerd.
- Jij hebt weggesaneerd.
- Hij/Zij/Het heeft weggesaneerd.
- Wij hebben weggesaneerd.
- Jullie hebben weggesaneerd.