wegstuiven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | stuif weg | stoof weg | ben weggestoven |
jij, je, u | stuift weg | stoof weg | bent weggestoven |
hij, zij, het | stuift weg | stoof weg | is weggestoven |
wij | stuiven weg | stoven weg | zijn weggestoven |
jullie | stuiven weg | stoven weg | zijn weggestoven |
zij, ze | stuiven weg | stoven weg | zijn weggestoven |
PresensBeta
Example presens sentences for Wegstuiven with some of the pronouns.
- Ik stuif weg naar het strand.
- Jij stuitert en stuift weg van blijdschap.
- Hij/Zij/Het stuift weg door de straten.
- Wij stuiven weg op onze fietsen.
- Jullie stuiven weg als de wind.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Wegstuiven with some of the pronouns.
- Ik stoof weg toen de bliksem insloeg.
- Jij stoof weg voordat ik je kon tegenhouden.
- Hij/Zij/Het stoof weg alsof hij/zij bang was.
- Wij stoofden weg toen de muziek begon.
- Jullie stoofden weg zodra de zon onderging.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Wegstuiven with some of the pronouns.
- Ik ben weggstuifd toen ik de sirene hoorde.
- Jij bent weggestoven voordat ik kon reageren.
- Hij/Zij/Het is weggestoven zonder een spoor achter te laten.
- Wij zijn weggestoven toen het begon te regenen.
- Jullie zijn weggstuifd zodra de deur openging.