wegwimpelen

Conjugations List of Wegwimpelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikwimpel wegwimpelde wegheb weggewimpeld
jij, je, uwimpelt wegwimpelde weghebt weggewimpeld
hij, zij, hetwimpelt wegwimpelde wegheeft weggewimpeld
wijwimpelen wegwimpelden weghebben weggewimpeld
julliewimpelen wegwimpelden weghebben weggewimpeld
zij, zewimpelen wegwimpelden weghebben weggewimpeld

Presens
Beta

Example presens sentences for Wegwimpelen with some of the pronouns.

  • Ik wimpel de vraag weg.
  • Jij wimpelt de kritiek weg.
  • Hij wimpelt de problemen weg.
  • Zij wimpelen de suggestie weg.
  • Wij wimpelen de bezorgdheid weg.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Wegwimpelen with some of the pronouns.

  • Ik heb de vraag weggewimpeld.