welgaan

Conjugations List of Welgaan.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikga welging welheb welgegaan
jij, je, ugaat welging welhebt welgegaan
hij, zij, hetgaat welging welheeft welgegaan
wijgaan welgingen welhebben welgegaan
julliegaan welgingen welhebben welgegaan
zij, zegaan welgingen welhebben welgegaan

Presens
Beta

Example presens sentences for Welgaan with some of the pronouns.

  • Ik ga wel.
  • Jij gaat wel.
  • Hij/Zij/Het gaat wel.
  • Wij gaan wel.
  • Jullie gaan wel.
  • Zij gaan wel.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Welgaan with some of the pronouns.

  • Ik ging wel.
  • Jij ging wel.
  • Hij/Zij/Het ging wel.
  • Wij gingen wel.
  • Jullie gingen wel.
  • Zij gingen wel.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Welgaan with some of the pronouns.

  • Ik ben welgegaan.
  • Jij bent welgegaan.
  • Hij/Zij/Het is welgegaan.
  • Wij zijn welgegaan.
  • Jullie zijn welgegaan.
  • Zij zijn welgegaan.