zwartkijken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kijk zwart | keek zwart | heb zwartgekeken |
jij, je, u | kijkt zwart | keek zwart | hebt zwartgekeken |
hij, zij, het | kijkt zwart | keek zwart | heeft zwartgekeken |
wij | kijken zwart | keken zwart | hebben zwartgekeken |
jullie | kijken zwart | keken zwart | hebben zwartgekeken |
zij, ze | kijken zwart | keken zwart | hebben zwartgekeken |
PresensBeta
Example presens sentences for Zwartkijken with some of the pronouns.
- Ik kijk zwart naar de nieuwste films.
- Jij kijkt zwart naar de tv-series.
- Hij/Zij/Het kijkt zwart naar de voetbalwedstrijden.
- Wij kijken zwart naar de documentaires.
- Jullie kijken zwart naar de concerten.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Zwartkijken with some of the pronouns.
- Ik keek zwart naar de televisieprogramma's vroeger.
- Jij keek zwart naar de oude films.
- Hij/Zij/Het keek zwart naar de voorstellingen als kind.
- Wij keken zwart naar de live-uitzendingen in het verleden.
- Jullie keken zwart naar de sportevenementen tijdens de vakantie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Zwartkijken with some of the pronouns.
- Ik heb zwartgekeken naar de voorstelling gisteravond.
- Jij hebt zwartgekeken naar de wedstrijd vorige week.
- Hij/Zij/Het heeft zwartgekeken naar de film vanochtend.
- Wij hebben zwartgekeken naar het concert afgelopen maand.
- Jullie hebben zwartgekeken naar de serie vandaag.