aandienen

Conjugations List of Aandienen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdien aandiende aanheb aangediend
jij, je, udient aandiende aanhebt aangediend
hij, zij, hetdient aandiende aanheeft aangediend
wijdienen aandienden aanhebben aangediend
julliedienen aandienden aanhebben aangediend
zij, zedienen aandienden aanhebben aangediend

Presens
Beta

Example presens sentences for Aandienen with some of the pronouns.

  • Ik dien een hapje aan tijdens het feest.
  • Jij dient de drankjes aan aan de gasten.
  • Hij dient een voorstel aan tijdens de vergadering.
  • Wij dienen de gerechten aan in het restaurant.
  • Zij dienen cadeautjes aan bij het jubileum.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aandienen with some of the pronouns.

  • Ik diende vaak hapjes aan op feestjes.
  • Jij diende de bonussen aan tijdens de bedrijfsbijeenkomst.
  • Hij diende vroeger maaltijden aan in het restaurant.
  • Wij dienden de klachten aan bij de klantenservice.
  • Zij dienden regelmatig verzoeken aan bij de gemeente.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aandienen with some of the pronouns.

  • Ik heb een taartje aangediend op het verjaardagsfeest.
  • Jij hebt de uitnodigingen aangediend voor de bruiloft.
  • Hij heeft een oplossing aangediend tijdens het overleg.
  • Wij hebben de gerechten aangediend bij het kerstdiner.
  • Zij hebben nieuwe ideeën aangediend tijdens de brainstormsessie.