aanstijven

Conjugations List of Aanstijven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstijf aanstijfde aanben aangestijfd
jij, je, ustijft aanstijfde aanbent aangestijfd
hij, zij, hetstijft aanstijfde aanis aangestijfd
wijstijven aanstijfden aanzijn aangestijfd
julliestijven aanstijfden aanzijn aangestijfd
zij, zestijven aanstijfden aanzijn aangestijfd

Presens
Beta

Example presens sentences for Aanstijven with some of the pronouns.

  • Ik stijf aan met de oefeningen.
  • Jij stijft aan als je warme kleding draagt.
  • Hij stijft aan door regelmatig te sporten.
  • Zij stijft aan met gezonde voeding.
  • Wij stijven aan voor de wedstrijd.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aanstijven with some of the pronouns.

  • Ik stijfde aan met de oefeningen.
  • Jij stijfde aan toen je warme kleding droeg.
  • Hij stijfde aan door regelmatig te sporten.
  • Zij stijfde aan met gezonde voeding.
  • Wij stijfden aan voor de wedstrijd.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aanstijven with some of the pronouns.

  • Ik ben aangesteven met de oefeningen.
  • Jij hebt aangesteven toen je warme kleding droeg.
  • Hij is aangesteven door regelmatig te sporten.
  • Zij heeft aangesteven met gezonde voeding.
  • Wij zijn aangesteven voor de wedstrijd.