aanstuiven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | stuif aan | stoof aan | heb aangestoven |
jij, je, u | stuift aan | stoof aan | hebt aangestoven |
hij, zij, het | stuift aan | stoof aan | heeft aangestoven |
wij | stuiven aan | stoven aan | hebben aangestoven |
jullie | stuiven aan | stoven aan | hebben aangestoven |
zij, ze | stuiven aan | stoven aan | hebben aangestoven |
PresensBeta
Example presens sentences for Aanstuiven with some of the pronouns.
- Ik stuif naar de finish.
- Jij stuitert door het huis.
- Hij stuift voorbij op zijn fiets.
- Zij stuiven de trap af.
- Wij stuiven de straat over.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Aanstuiven with some of the pronouns.
- Ik stoof naar de finish.
- Jij stoof door het huis.
- Hij stoof voorbij op zijn fiets.
- Zij stoof de trap af.
- Wij stoofden de straat over.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Aanstuiven with some of the pronouns.
- Ik ben aanstuifd naar de finish.
- Jij bent door het huis gestuift.
- Hij is voorbijgestoven op zijn fiets.
- Zij zijn de trap afgestoven.
- Wij zijn de straat overgestoven.