aanvaarden

Conjugations List of Aanvaarden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikaanvaardaanvaarddeheb aanvaard
jij, je, uaanvaardtaanvaarddehebt aanvaard
hij, zij, hetaanvaardtaanvaarddeheeft aanvaard
wijaanvaardenaanvaarddenhebben aanvaard
jullieaanvaardenaanvaarddenhebben aanvaard
zij, zeaanvaardenaanvaarddenhebben aanvaard

Presens
Beta

Example presens sentences for Aanvaarden with some of the pronouns.

  • Ik aanvaard de uitdaging.
  • Jij aanvaardt mijn excuses.
  • Hij/zij aanvaardt de verantwoordelijkheid.
  • Wij aanvaarden de voorwaarden van het contract.
  • Zij accepteren mijn cadeau met plezier.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aanvaarden with some of the pronouns.

  • Vroeger aanvaardde ik geen kritiek, maar nu wel.
  • Toen ik jong was, aanvaardde ik altijd advies van mijn ouders.
  • Hij/zij aanvaardde de situatie zoals deze was.
  • Wij aanvaardden de uitdagingen die op ons pad kwamen.
  • Zij aanvaardden de beperkingen en werkten eromheen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aanvaarden with some of the pronouns.

  • Ik heb de uitnodiging aanvaard.
  • Jij hebt zijn excuses aanvaard.
  • Hij/zij heeft de prijs met trots aanvaard.
  • Wij hebben de nieuwe baan aangenomen.
  • Zij hebben het aanbod vriendelijk geaccepteerd.