aanvragen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vraag aan | vroeg aan;vraagde aan | heb aangevraagd |
jij, je, u | vraagt aan | vroeg aan;vraagde aan | hebt aangevraagd |
hij, zij, het | vraagt aan | vroeg aan;vraagde aan | heeft aangevraagd |
wij | vragen aan | vroegen aan;vraagden aan | hebben aangevraagd |
jullie | vragen aan | vroegen aan;vraagden aan | hebben aangevraagd |
zij, ze | vragen aan | vroegen aan;vraagden aan | hebben aangevraagd |
Presens
Example presens sentences for Aanvragen with some of the pronouns.
- Ik vraag een visum aan voor mijn reis naar het buitenland.
- Hij vraagt een lening aan bij de bank voor zijn nieuwe bedrijf.
- Zij vragen subsidie aan voor hun culturele evenement.
- We vragen een offerte aan bij verschillende leveranciers.
- Jullie vragen een vergunning aan om te mogen bouwen.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Aanvragen with some of the pronouns.
- Ik vroeg een vergunning aan, maar deze werd afgewezen.
- Hij vroeg om financiële ondersteuning, maar kreeg geen gehoor.
- Zij vroegen een verlenging van de deadline aan, maar die werd niet toegekend.
- We vroegen om extra informatie, maar kregen geen reactie.
- Jullie vroegen om een herziening van het besluit, maar dat werd geweigerd.
Perfectum
Example perfectum sentences for Aanvragen with some of the pronouns.
- Ik heb een paspoort aangevraagd voor mijn vakantie.
- Hij heeft een uitkering aangevraagd bij de sociale dienst.
- Zij hebben een studiebeurs aangevraagd voor hun universitaire opleiding.
- We hebben een hypotheek aangevraagd voor ons nieuwe huis.
- Jullie hebben een lidmaatschap aangevraagd bij de sportclub.