achterliggen

Conjugations List of Achterliggen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iklig achterlag achterheb achtergelegen
jij, je, uligt achterlag achterhebt achtergelegen
hij, zij, hetligt achterlag achterheeft achtergelegen
wijliggen achterlagen achterhebben achtergelegen
jullieliggen achterlagen achterhebben achtergelegen
zij, zeliggen achterlagen achterhebben achtergelegen

Presens
Beta

Example presens sentences for Achterliggen with some of the pronouns.

  • De feestdagen liggen achter ons.
  • Het probleem ligt achter de rug.
  • De oorzaak ligt achter het gebrek aan communicatie.
  • De successen van vorig jaar liggen achter ons.
  • De waarheid ligt vaak achter de schijn.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Achterliggen with some of the pronouns.

  • Ik lag jarenlang wakker van wat er achter die gebeurtenis lag.
  • Hij wist niet wat er precies achter haar gedrag lag.
  • We begrepen niet wat er werkelijk achter die keuze lag.
  • Ze vermoedde dat er iets duisters achter zijn glimlach lag.
  • Jullie realiseerden je niet welke gevolgen er achter die actie lagen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Achterliggen with some of the pronouns.

  • Ik ben achter het geheim gekomen dat daarachter lag.
  • Hij heeft de reden ontdekt die achter haar beslissing lag.
  • We zijn er eindelijk achtergekomen wat er echt achter dat gedrag lag.
  • Ze heeft het plan onthuld dat achter hun acties lag.
  • Jullie hebben de verborgen motivatie achter zijn woorden blootgelegd.