afdwingen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | dwing af | dwong af | heb afgedwongen |
jij, je, u | dwingt af | dwong af | hebt afgedwongen |
hij, zij, het | dwingt af | dwong af | heeft afgedwongen |
wij | dwingen af | dwongen af | hebben afgedwongen |
jullie | dwingen af | dwongen af | hebben afgedwongen |
zij, ze | dwingen af | dwongen af | hebben afgedwongen |
PresensBeta
Example presens sentences for Afdwingen with some of the pronouns.
- Ik dwing respect af door mijn harde werk.
- Hij dwingt anderen om naar hem te luisteren.
- Zij dwingt haar wil af in elke situatie.
- We dwingen verandering af door actie te ondernemen.
- Jullie dwingen gehoorzaamheid af met strenge regels.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Afdwingen with some of the pronouns.
- Ik dwong respect af door mijn harde werk.
- Hij dwong anderen om naar hem te luisteren.
- Zij dwong haar wil af in elke situatie.
- We dwongen verandering af door actie te ondernemen.
- Jullie dwongen gehoorzaamheid af met strenge regels.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Afdwingen with some of the pronouns.
- Ik heb respect afgedwongen door mijn harde werk.
- Hij heeft anderen gedwongen om naar hem te luisteren.
- Zij heeft haar wil afgedwongen in elke situatie.
- We hebben verandering afgedwongen door actie te ondernemen.
- Jullie hebben gehoorzaamheid afgedwongen met strenge regels.