afmonsteren

Conjugations List of Afmonsteren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmonster afmonsterde afheb afgemonsterd
jij, je, umonstert afmonsterde afhebt afgemonsterd
hij, zij, hetmonstert afmonsterde afheeft afgemonsterd
wijmonsteren afmonsterden afhebben afgemonsterd
julliemonsteren afmonsterden afhebben afgemonsterd
zij, zemonsteren afmonsterden afhebben afgemonsterd

Presens
Beta

Example presens sentences for Afmonsteren with some of the pronouns.

  • Ik monster af van de marine.
  • Jij monstert af van de marine.
  • Hij/Zij monster af van de marine.
  • Wij monsteren af van de marine.
  • Zij monsteren af van de marine.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Afmonsteren with some of the pronouns.

  • Ik monsterde af van de marine.
  • Jij monsterde af van de marine.
  • Hij/Zij monsterde af van de marine.
  • Wij monsterden af van de marine.
  • Zij monsterden af van de marine.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Afmonsteren with some of the pronouns.

  • Ik ben afgemonsterd van de marine.
  • Jij bent afgemonsterd van de marine.
  • Hij/Zij is afgemonsterd van de marine.
  • Wij zijn afgemonsterd van de marine.
  • Zij zijn afgemonsterd van de marine.