afzweven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | zweef af | zweefde af | ben afgezweefd |
jij, je, u | zweeft af | zweefde af | bent afgezweefd |
hij, zij, het | zweeft af | zweefde af | is afgezweefd |
wij | zweven af | zweefden af | zijn afgezweefd |
jullie | zweven af | zweefden af | zijn afgezweefd |
zij, ze | zweven af | zweefden af | zijn afgezweefd |
PresensBeta
Example presens sentences for Afzweven with some of the pronouns.
- Ik zweef af in mijn dromen.
- Jij zweeft af op de golven van de zee.
- Hij/Zij/Zij zweeft af door de lucht met een parachute.
- Wij zweven af boven het landschap in een luchtballon.
- Jullie zweven af naar andere dimensies in jullie verbeelding.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Afzweven with some of the pronouns.
- Ik zweefde af toen ik de wind onder mijn vleugels voelde.
- Jij zweefde af op de thermiek van de warme lucht.
- Hij/Zij/Het zweefde af alsof het gewichtloos was.
- Wij zweefden af langs de kustlijn en genoten van het uitzicht.
- Jullie zweefden af terwijl de muziek door de luidsprekers klonk.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Afzweven with some of the pronouns.
- Ik ben afgezweefd tijdens mijn meditatieoefening.
- Jij bent afgezweefd terwijl je op de schommel zat.
- Hij/Zij/Het is afgezweefd na het nemen van hallucinogene middelen.
- Wij zijn afgezweefd toen we de bergtop bereikten.
- Jullie zijn afgezweefd nadat jullie parachutesprong succesvol was.