bekronen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | bekroon | bekroonde | heb bekroond |
jij, je, u | bekroont | bekroonde | hebt bekroond |
hij, zij, het | bekroont | bekroonde | heeft bekroond |
wij | bekronen | bekroonden | hebben bekroond |
jullie | bekronen | bekroonden | hebben bekroond |
zij, ze | bekronen | bekroonden | hebben bekroond |
PresensBeta
Example presens sentences for Bekronen with some of the pronouns.
- De jury bekroont het beste kunstwerk.
- Ik bekroon mijn prestaties met een feestje.
- De organisatie bekroont de winnaar met een trofee.
- Het publiek bekroont de voorstelling met een staande ovatie.
- Hij bekroont zijn carrière met een belangrijke prijs.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Bekronen with some of the pronouns.
- Vroeger bekroonde de jury het beste kunstwerk.
- Ik bekroonde mijn prestaties vroeger met een feestje.
- De organisatie bekroonde vroeger de winnaar met een trofee.
- Het publiek bekroonde vroeger de voorstelling met een staande ovatie.
- Hij bekroonde vroeger zijn carrière met een belangrijke prijs.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Bekronen with some of the pronouns.
- De jury heeft het beste kunstwerk bekroond.
- Ik heb mijn prestaties bekroond met een feestje.
- De organisatie heeft de winnaar bekroond met een trofee.
- Het publiek heeft de voorstelling bekroond met een staande ovatie.
- Hij heeft zijn carrière bekroond met een belangrijke prijs.