bemoeilijken

Conjugations List of Bemoeilijken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbemoeilijkbemoeilijkteheb bemoeilijkt
jij, je, ubemoeilijktbemoeilijktehebt bemoeilijkt
hij, zij, hetbemoeilijktbemoeilijkteheeft bemoeilijkt
wijbemoeilijkenbemoeilijktenhebben bemoeilijkt
julliebemoeilijkenbemoeilijktenhebben bemoeilijkt
zij, zebemoeilijkenbemoeilijktenhebben bemoeilijkt

Presens
Beta

Example presens sentences for Bemoeilijken with some of the pronouns.

  • Ik bemoeilijk de situatie door me er constant mee te bemoeien.
  • Jij bemoeilijkt het proces met je negatieve opmerkingen.
  • Hij bemoeilijkt de onderhandelingen door steeds nieuwe eisen te stellen.
  • Wij bemoeilijken de taak door gebrek aan samenwerking.
  • Zij bemoeilijken de planning door telkens van gedachten te veranderen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bemoeilijken with some of the pronouns.

  • Ik bemoeilijkte de situatie door me er constant mee te bemoeien.
  • Jij bemoeilijkte het proces met je negatieve opmerkingen.
  • Hij bemoeilijkte de onderhandelingen door steeds nieuwe eisen te stellen.
  • Wij bemoeilijkten de taak door gebrek aan samenwerking.
  • Zij bemoeilijkten de planning door telkens van gedachten te veranderen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bemoeilijken with some of the pronouns.

  • Ik heb de situatie bemoeilijkt door me er constant mee te bemoeien.
  • Jij hebt het proces bemoeilijkt met je negatieve opmerkingen.
  • Hij heeft de onderhandelingen bemoeilijkt door steeds nieuwe eisen te stellen.
  • Wij hebben de taak bemoeilijkt door gebrek aan samenwerking.
  • Zij hebben de planning bemoeilijkt door telkens van gedachten te veranderen.