beoliën

Conjugations List of Beoliën.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbeoliebeoliedeheb beolied
jij, je, ubeolietbeoliedehebt beolied
hij, zij, hetbeolietbeoliedeheeft beolied
wijbeoliënbeoliedenhebben beolied
julliebeoliënbeoliedenhebben beolied
zij, zebeoliënbeoliedenhebben beolied

Presens
Beta

Example presens sentences for Beoliën with some of the pronouns.

  • Ik beoliën mijn houten meubels regelmatig.
  • Jij beoliënt de houten vloer in de woonkamer.
  • Hij beoliët zijn fietsketting voor elke rit.
  • Zij beoliënt de houten tuinmeubelen in het voorjaar.
  • Wij beoliën onze skateboards voordat we gaan skaten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Beoliën with some of the pronouns.

  • Ik beoliede mijn houten meubels vroeger met een andere olie.
  • Jij beoliede de houten vloer regelmatig toen je daar woonde.
  • Hij beoliede zijn fietsketting altijd voordat hij ging fietsen.
  • Zij beolieden de houten tuinmeubelen elk jaar tijdens de zomer.
  • Wij beolieden onze skateboards vaak voordat we naar het skatepark gingen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Beoliën with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn houten meubels gisteren beolied.
  • Jij hebt de houten vloer al eens beolied.
  • Hij heeft zijn fietsketting voor de vakantie beolied.
  • Zij hebben de houten tuinmeubelen vorige week beolied.
  • Wij hebben onze skateboards onlangs beolied.