refereren

Conjugations List of Refereren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikrefereerrefereerdeheb gerefereerd
jij, je, urefereertrefereerdehebt gerefereerd
hij, zij, hetrefereertrefereerdeheeft gerefereerd
wijrefererenrefereerdenhebben gerefereerd
jullierefererenrefereerdenhebben gerefereerd
zij, zerefererenrefereerdenhebben gerefereerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Refereren with some of the pronouns.

  • Ik refereer naar de bron voor meer informatie.
  • Jij refereert vaak naar je eigen ervaringen tijdens het lesgeven.
  • Hij/Zij refereert regelmatig aan de theorie in zijn/haar presentaties.
  • Wij refereren graag naar de resultaten van ons onderzoek.
  • Zij refereren altijd naar de oorspronkelijke tekst in hun analyses.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Refereren with some of the pronouns.

  • Vroeger refereerde ik altijd naar dezelfde bronnen.
  • Jij refereerde vaak naar deze grammaticaregels tijdens de les.
  • Hij/Zij refereerde meestal naar historische gebeurtenissen om context te bieden.
  • Wij refereerden in die periode naar de oude versie van het boek.
  • Zij refereerden regelmatig naar de vorige hoofdstukken in hun werkstukken.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Refereren with some of the pronouns.

  • Ik heb naar de recente publicatie gerefereerd tijdens mijn presentatie.
  • Jij hebt al meerdere keren naar dit boek gerefereerd in je lessen.
  • Hij/Zij heeft naar verschillende studies gerefereerd om zijn/haar punt te onderbouwen.
  • Wij hebben naar de expert op het gebied van linguïstiek gerefereerd.
  • Zij hebben naar de vorige vergadering gerefereerd om het probleem te bespreken.