beschreeuwen

Conjugations List of Beschreeuwen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbeschreeuwbeschreeuwdeheb beschreeuwd
jij, je, ubeschreeuwtbeschreeuwdehebt beschreeuwd
hij, zij, hetbeschreeuwtbeschreeuwdeheeft beschreeuwd
wijbeschreeuwenbeschreeuwdenhebben beschreeuwd
julliebeschreeuwenbeschreeuwdenhebben beschreeuwd
zij, zebeschreeuwenbeschreeuwdenhebben beschreeuwd

Presens
Beta

Example presens sentences for Beschreeuwen with some of the pronouns.

  • Ik beschreeuw de menigte tijdens het protest.
  • Jij beschreeuwt altijd als je boos bent.
  • Hij of zij beschreeuwt de tegenstander op het voetbalveld.
  • Wij beschreeuwen onze vreugde na de overwinning.
  • Zij beschreeuwen elkaar in een heftige ruzie.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Beschreeuwen with some of the pronouns.

  • Ik beschreeuwde de menigte tijdens het protest.
  • Jij beschreeuwde altijd als je boos was.
  • Hij of zij beschreeuwde de tegenstander op het voetbalveld.
  • Wij beschreeuwden onze vreugde na de overwinning.
  • Zij beschreeuwden elkaar in een heftige ruzie.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Beschreeuwen with some of the pronouns.

  • Ik heb de menigte beschreeuwd tijdens het protest.
  • Jij hebt altijd geschreeuwd als je boos was.
  • Hij of zij heeft de tegenstander beschreeuwd op het voetbalveld.
  • Wij hebben onze vreugde beschreeuwd na de overwinning.
  • Zij hebben elkaar beschreeuwd in een heftige ruzie.