betraliën

Conjugations List of Betraliën.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbetraliebetraliedeheb betralied
jij, je, ubetralietbetraliedehebt betralied
hij, zij, hetbetralietbetraliedeheeft betralied
wijbetraliënbetraliedenhebben betralied
julliebetraliënbetraliedenhebben betralied
zij, zebetraliënbetraliedenhebben betralied

Presens

Example presens sentences for Betraliën with some of the pronouns.

  • Ik betraal
  • Jij betraalt
  • Hij/Zij/Het betraalt
  • Wij betralen
  • Jullie betralen
  • Zij betralen

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Betraliën with some of the pronouns.

  • Ik betraalde
  • Jij betraalde
  • Hij/Zij/Het betraalde
  • Wij betraalden
  • Jullie betraalden
  • Zij betraalden

Perfectum

Example perfectum sentences for Betraliën with some of the pronouns.

  • Ik heb betraald
  • Jij hebt betraald
  • Hij/Zij/Het heeft betraald
  • Wij hebben betraald
  • Jullie hebben betraald
  • Zij hebben betraald