bezeveren

Conjugations List of Bezeveren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbezeverbezeverdeheb bezeverd
jij, je, ubezevertbezeverdehebt bezeverd
hij, zij, hetbezevertbezeverdeheeft bezeverd
wijbezeverenbezeverdenhebben bezeverd
julliebezeverenbezeverdenhebben bezeverd
zij, zebezeverenbezeverdenhebben bezeverd

Presens

Example presens sentences for Bezeveren with some of the pronouns.

  • Ik bezever
  • Jij bezvert
  • Hij bezvert
  • Zij bezvert
  • Wij bezveren

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Bezeveren with some of the pronouns.

  • Ik bezeverde
  • Jij bezeverde
  • Hij bezeverde
  • Zij bezeverde
  • Wij bezeverden

Perfectum

Example perfectum sentences for Bezeveren with some of the pronouns.

  • Ik heb bezeverd
  • Jij hebt bezeverd
  • Hij heeft bezeverd
  • Zij heeft bezeverd
  • Wij hebben bezeverd