bijstrijken

Conjugations List of Bijstrijken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstrijk bijstreek bijheb bijgestreken
jij, je, ustrijkt bijstreek bijhebt bijgestreken
hij, zij, hetstrijkt bijstreek bijheeft bijgestreken
wijstrijken bijstreken bijhebben bijgestreken
julliestrijken bijstreken bijhebben bijgestreken
zij, zestrijken bijstreken bijhebben bijgestreken

Presens
Beta

Example presens sentences for Bijstrijken with some of the pronouns.

  • Ik strijk bij.
  • Jij strijkt bij.
  • Hij/Zij/Het strijkt bij.
  • Wij strijken bij.
  • Jullie strijken bij.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bijstrijken with some of the pronouns.

  • Ik streek bij.
  • Jij streek bij.
  • Hij/Zij/Het streek bij.
  • Wij streekten bij.
  • Jullie streekten bij.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bijstrijken with some of the pronouns.

  • Ik heb bijgestreken.
  • Jij hebt bijgestreken.
  • Hij/Zij/Het heeft bijgestreken.
  • Wij hebben bijgestreken.
  • Jullie hebben bijgestreken.