ontlaten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | ontlaat | ontliet | heb ontlaten |
jij, je, u | ontlaat | ontliet | hebt ontlaten |
hij, zij, het | ontlaat | ontliet | heeft ontlaten |
wij | ontlaten | ontlieten | hebben ontlaten |
jullie | ontlaten | ontlieten | hebben ontlaten |
zij, ze | ontlaten | ontlieten | hebben ontlaten |
PresensBeta
Example presens sentences for Ontlaten with some of the pronouns.
- Ik ontlaat de werknemers na hun dienst.
- Hij ontlaadt zijn frustraties door te gaan hardlopen.
- Zij ontlaadt haar creativiteit in haar schilderijen.
- We ontlaten de spanning met wat ontspannende muziek.
- Jullie ontlaten de stress door te mediteren.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Ontlaten with some of the pronouns.
- Ik ontlaadde de werknemers na hun dienst.
- Hij ontlaadde zijn frustraties door te gaan hardlopen.
- Zij ontlaadde haar creativiteit in haar schilderijen.
- We ontlaadden de spanning met wat ontspannende muziek.
- Jullie ontlaadden de stress door te mediteren.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Ontlaten with some of the pronouns.
- Ik heb de werknemers na hun dienst ontlaten.
- Hij heeft zijn frustraties ontlaad door te gaan hardlopen.
- Zij heeft haar creativiteit ontlaad in haar schilderijen.
- We hebben de spanning ontlaten met wat ontspannende muziek.
- Jullie hebben de stress ontlaten door te mediteren.