brillen

Conjugations List of Brillen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbrilbrildeheb gebrild
jij, je, ubriltbrildehebt gebrild
hij, zij, hetbriltbrildeheeft gebrild
wijbrillenbrildenhebben gebrild
julliebrillenbrildenhebben gebrild
zij, zebrillenbrildenhebben gebrild

Presens

Example presens sentences for Brillen with some of the pronouns.

  • Ik bril.
  • Jij brilt.
  • Hij/Zij/Het brilt.
  • Wij brillen.
  • Jullie brillen.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Brillen with some of the pronouns.

  • Ik brilde.
  • Jij brilde.
  • Hij/Zij/Het brilde.
  • Wij brilden.
  • Jullie brilden.

Perfectum

Example perfectum sentences for Brillen with some of the pronouns.

  • Ik heb gebrild.
  • Jij hebt gebrild.
  • Hij/Zij/Het heeft gebrild.
  • Wij hebben gebrild.
  • Jullie hebben gebrild.