buitensmijten

Conjugations List of Buitensmijten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksmijt buitensmeet buitenheb buitengesmeten
jij, je, usmijt buitensmeet buitenhebt buitengesmeten
hij, zij, hetsmijt buitensmeet buitenheeft buitengesmeten
wijsmijten buitensmeten buitenhebben buitengesmeten
julliesmijten buitensmeten buitenhebben buitengesmeten
zij, zesmijten buitensmeten buitenhebben buitengesmeten

Presens
Beta

Example presens sentences for Buitensmijten with some of the pronouns.

  • Ik smijt hem buiten.
  • Jij smijt haar buiten.
  • Hij smijt ons buiten.
  • Zij smijt hen buiten.
  • We smijten jullie buiten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Buitensmijten with some of the pronouns.

  • Ik smeet hem buiten.
  • Jij smeet haar buiten.
  • Hij smeet ons buiten.
  • Zij smeten hen buiten.
  • We smeten jullie buiten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Buitensmijten with some of the pronouns.

  • Ik heb hem buiten gesmeten.
  • Jij hebt haar buiten gesmeten.
  • Hij heeft ons buiten gesmeten.
  • Zij hebben hen buiten gesmeten.
  • We hebben jullie buiten gesmeten.