bureaucratiseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | bureaucratiseer | bureaucratiseerde | heb gebureaucratiseerd |
jij, je, u | bureaucratiseert | bureaucratiseerde | hebt gebureaucratiseerd |
hij, zij, het | bureaucratiseert | bureaucratiseerde | heeft gebureaucratiseerd |
wij | bureaucratiseren | bureaucratiseerden | hebben gebureaucratiseerd |
jullie | bureaucratiseren | bureaucratiseerden | hebben gebureaucratiseerd |
zij, ze | bureaucratiseren | bureaucratiseerden | hebben gebureaucratiseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Bureaucratiseren with some of the pronouns.
- Ik bureaucratiseer het proces voor efficiëntie.
- Jij bureaucratiseert de administratie van het bedrijf.
- Hij/zij bureaucratiseert de overheidsinstellingen.
- Wij bureaucratiseren het besluitvormingsproces.
- Jullie bureaucratiseren de onderwijssector.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Bureaucratiseren with some of the pronouns.
- Ik bureaucratiseerde het proces vorig jaar voor efficiëntie.
- Jij bureaucratiseerde de administratie van het bedrijf in het verleden.
- Hij/zij bureaucratiseerde de overheidsinstellingen tijdens zijn/haar ambtstermijn.
- Wij bureaucratiseerden het besluitvormingsproces enkele jaren geleden.
- Jullie bureaucratiseerden de onderwijssector toen jullie aan de macht waren.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Bureaucratiseren with some of the pronouns.
- Ik heb het proces gebureaucratiseerd om meer controle te krijgen.
- Jij hebt de administratie van het bedrijf gebureaucratiseerd.
- Hij/zij heeft de overheidsinstellingen gebureaucratiseerd.
- Wij hebben het besluitvormingsproces gebureaucratiseerd.
- Jullie hebben de onderwijssector gebureaucratiseerd.