censureren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | censureer | censureerde | heb gecensureerd |
jij, je, u | censureert | censureerde | hebt gecensureerd |
hij, zij, het | censureert | censureerde | heeft gecensureerd |
wij | censureren | censureerden | hebben gecensureerd |
jullie | censureren | censureerden | hebben gecensureerd |
zij, ze | censureren | censureerden | hebben gecensureerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Censureren with some of the pronouns.
- Ik censureer de inhoud van dit artikel.
- Jij censureert vaak kritische meningen.
- Hij/zij censureert de publicaties van de krant.
- Wij censureren nooit politieke discussies.
- Jullie censureren de filmpjes op sociale media.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Censureren with some of the pronouns.
- Ik censureerde de inhoud van dat artikel.
- Jij censureerde vaak kritische meningen.
- Hij/zij censureerde de publicaties van de krant.
- Wij censureerden nooit politieke discussies.
- Jullie censureerden de filmpjes op sociale media.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Censureren with some of the pronouns.
- Ik heb de inhoud van dat artikel gecensureerd.
- Jij hebt vaak kritische meningen gecensureerd.
- Hij/zij heeft de publicaties van de krant gecensureerd.
- Wij hebben nooit politieke discussies gecensureerd.
- Jullie hebben de filmpjes op sociale media gecensureerd.