chinezen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | chinees | chineesde | heb gechineesd |
jij, je, u | chineest | chineesde | hebt gechineesd |
hij, zij, het | chineest | chineesde | heeft gechineesd |
wij | chinezen | chineesden | hebben gechineesd |
jullie | chinezen | chineesden | hebben gechineesd |
zij, ze | chinezen | chineesden | hebben gechineesd |
PresensBeta
Example presens sentences for Chinezen with some of the pronouns.
- Ik chinees elke zaterdag met mijn vrienden.
- Jij chineest graag in dat restaurant.
- Hij/Zij chineest al jarenlang bij die afhaalplaats.
- Wij chinezen regelmatig thuis.
- Jullie chinezen altijd als jullie uitgaan.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Chinezen with some of the pronouns.
- Vroeger chineesde ik altijd met mijn ouders.
- Toen ik jonger was, chineesde ik elke woensdag met mijn vrienden.
- Hij/Zij chineesde vroeger bij een ander restaurant.
- Wij chineesden regelmatig tijdens onze studententijd.
- Jullie chineesden altijd op feestjes.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Chinezen with some of the pronouns.
- Ik heb gisteren Chinees gechineesd met mijn familie.
- Jij hebt onlangs bij dat nieuwe Chinees restaurant gechineesd.
- Hij/Zij heeft vorige week Chinees gechineesd met zijn/haar collega's.
- Wij hebben vaak samen Chinees gechineesd.
- Jullie hebben al veel verschillende soorten Chinees gechineesd.