civiliseren

Conjugations List of Civiliseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikciviliseerciviliseerdeheb geciviliseerd
jij, je, uciviliseertciviliseerdehebt geciviliseerd
hij, zij, hetciviliseertciviliseerdeheeft geciviliseerd
wijciviliserenciviliseerdenhebben geciviliseerd
jullieciviliserenciviliseerdenhebben geciviliseerd
zij, zeciviliserenciviliseerdenhebben geciviliseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Civiliseren with some of the pronouns.

  • Ik civiliseer de samenleving door respect en tolerantie te bevorderen.
  • Jij civiliseert je kinderen door hen normen en waarden bij te brengen.
  • Hij/Zij/Het civiliseert wilde gebieden door infrastructuur te ontwikkelen.
  • Wij civiliseren onze omgangsvormen door beleefdheid te tonen.
  • Jullie civiliseren de wereld door culturele uitwisseling te stimuleren.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Civiliseren with some of the pronouns.

  • Vroeger civiliseerde ik de samenleving door respect en tolerantie te bevorderen.
  • Vroeger civiliseerde jij je kinderen door hen normen en waarden bij te brengen.
  • Vroeger civiliseerde hij/zij/het wilde gebieden door infrastructuur te ontwikkelen.
  • Vroeger civiliseerden wij onze omgangsvormen door beleefdheid te tonen.
  • Vroeger civiliseerden jullie de wereld door culturele uitwisseling te stimuleren.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Civiliseren with some of the pronouns.

  • Ik heb de samenleving geciviliseerd door respect en tolerantie te bevorderen.
  • Jij hebt je kinderen geciviliseerd door hen normen en waarden bij te brengen.
  • Hij/Zij/Het heeft wilde gebieden geciviliseerd door infrastructuur te ontwikkelen.
  • Wij hebben onze omgangsvormen geciviliseerd door beleefdheid te tonen.
  • Jullie hebben de wereld geciviliseerd door culturele uitwisseling te stimuleren.