complimenteren

Conjugations List of Complimenteren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikcomplimenteercomplimenteerdeheb gecomplimenteerd
jij, je, ucomplimenteertcomplimenteerdehebt gecomplimenteerd
hij, zij, hetcomplimenteertcomplimenteerdeheeft gecomplimenteerd
wijcomplimenterencomplimenteerdenhebben gecomplimenteerd
julliecomplimenterencomplimenteerdenhebben gecomplimenteerd
zij, zecomplimenterencomplimenteerdenhebben gecomplimenteerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Complimenteren with some of the pronouns.

  • Ik complimenteer mijn collega met zijn harde werk.
  • Jij complimenteert haar met haar mooie outfit.
  • Hij complimenteert de chef met het heerlijke eten.
  • Wij complimenteren onze vrienden met hun prestaties.
  • Zij complimenteert de leraar met zijn inspirerende lessen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Complimenteren with some of the pronouns.

  • Ik complimenteerde mijn collega met zijn harde werk.
  • Jij complimenteerde haar met haar mooie outfit.
  • Hij complimenteerde de chef met het heerlijke eten.
  • Wij complimenteerden onze vrienden met hun prestaties.
  • Zij complimenteerde de leraar met zijn inspirerende lessen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Complimenteren with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn collega gecomplimenteerd met zijn harde werk.
  • Jij hebt haar gecomplimenteerd met haar mooie outfit.
  • Hij heeft de chef gecomplimenteerd met het heerlijke eten.
  • Wij hebben onze vrienden gecomplimenteerd met hun prestaties.
  • Zij heeft de leraar gecomplimenteerd met zijn inspirerende lessen.