dactyloscoperen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | dactyloscopeer | dactyloscopeerde | heb gedactyloscopeerd |
| jij, je, u | dactyloscopeert | dactyloscopeerde | hebt gedactyloscopeerd |
| hij, zij, het | dactyloscopeert | dactyloscopeerde | heeft gedactyloscopeerd |
| wij | dactyloscoperen | dactyloscopeerden | hebben gedactyloscopeerd |
| jullie | dactyloscoperen | dactyloscopeerden | hebben gedactyloscopeerd |
| zij, ze | dactyloscoperen | dactyloscopeerden | hebben gedactyloscopeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Dactyloscoperen with some of the pronouns.
- Ik dactyloscoper
- Jij dactyloscopeert
- Hij/Zij/Het dactyloscopeert
- Wij dactyloscopen
- Jullie dactyloscoperen
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Dactyloscoperen with some of the pronouns.
- Ik dactyloscopeerde
- Jij dactyloscopeerde
- Hij/Zij/Het dactyloscopeerde
- Wij dactyloscopeerden
- Jullie dactyloscopeerden
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Dactyloscoperen with some of the pronouns.
- Ik heb gedactyloscoopeerd
- Jij hebt gedactyloscoopeerd
- Hij/Zij/Het heeft gedactyloscoopeerd
- Wij hebben gedactyloscoopeerd
- Jullie hebben gedactyloscoopeerd