demagnetiseren

Conjugations List of Demagnetiseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdemagnetiseerdemagnetiseerdeheb gedemagnetiseerd
jij, je, udemagnetiseertdemagnetiseerdehebt gedemagnetiseerd
hij, zij, hetdemagnetiseertdemagnetiseerdeheeft gedemagnetiseerd
wijdemagnetiserendemagnetiseerdenhebben gedemagnetiseerd
julliedemagnetiserendemagnetiseerdenhebben gedemagnetiseerd
zij, zedemagnetiserendemagnetiseerdenhebben gedemagnetiseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Demagnetiseren with some of the pronouns.

  • Ik demagnetiseer de harde schijf.
  • Jij demagnetiseert de magneetstrip.
  • Hij/Zij demagnetiseert de creditcard.
  • Wij demagnetiseren de metalen voorwerpen.
  • Zij demagnetiseren de elektronische apparaten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Demagnetiseren with some of the pronouns.

  • Ik demagnetiseerde de harde schijf.
  • Jij demagnetiseerde de magneetstrip.
  • Hij/Zij demagnetiseerde de creditcard.
  • Wij demagnetiseerden de metalen voorwerpen.
  • Zij demagnetiseerden de elektronische apparaten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Demagnetiseren with some of the pronouns.

  • Ik heb de harde schijf gedemagnetiseerd.
  • Jij hebt de magneetstrip gedemagnetiseerd.
  • Hij/Zij heeft de creditcard gedemagnetiseerd.
  • Wij hebben de metalen voorwerpen gedemagnetiseerd.
  • Zij hebben de elektronische apparaten gedemagnetiseerd.