doodknuffelen

Conjugations List of Doodknuffelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikknuffel doodknuffelde doodheb doodgeknuffeld
jij, je, uknuffelt doodknuffelde doodhebt doodgeknuffeld
hij, zij, hetknuffelt doodknuffelde doodheeft doodgeknuffeld
wijknuffelen doodknuffelden doodhebben doodgeknuffeld
jullieknuffelen doodknuffelden doodhebben doodgeknuffeld
zij, zeknuffelen doodknuffelden doodhebben doodgeknuffeld

Presens
Beta

Example presens sentences for Doodknuffelen with some of the pronouns.

  • Ik knuffel de kat dood.
  • Jij knuffelt de knuffelbeer dood.
  • Hij knuffelt zijn teddybeer dood.
  • Zij knuffelen de puppy dood.
  • Wij knuffelen de konijntjes dood.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Doodknuffelen with some of the pronouns.

  • Ik knuffelde de kat dood.
  • Jij knuffelde de knuffelbeer dood.
  • Hij knuffelde zijn teddybeer dood.
  • Zij knuffelden de puppy dood.
  • Wij knuffelden de konijntjes dood.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Doodknuffelen with some of the pronouns.

  • Ik heb de kat doodgeknuffeld.
  • Jij hebt de knuffelbeer doodgeknuffeld.
  • Hij heeft zijn teddybeer doodgeknuffeld.
  • Zij hebben de puppy doodgeknuffeld.
  • Wij hebben de konijntjes doodgeknuffeld.