dooreenwarren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | war dooreen | warde dooreen | heb dooreengeward |
jij, je, u | wart dooreen | warde dooreen | hebt dooreengeward |
hij, zij, het | wart dooreen | warde dooreen | heeft dooreengeward |
wij | warren dooreen | warden dooreen | hebben dooreengeward |
jullie | warren dooreen | warden dooreen | hebben dooreengeward |
zij, ze | warren dooreen | warden dooreen | hebben dooreengeward |
PresensBeta
Example presens sentences for Dooreenwarren with some of the pronouns.
- Ik war in de war door alle informatie.
- Je warren alles door elkaar.
- Hij warren zijn woorden tijdens de presentatie.
- We dooreenwarren vaak feiten en meningen.
- Jullie dooreenwarren de draden van het elektrische snoer.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Dooreenwarren with some of the pronouns.
- Ik warde in de war door de complexiteit van de opdracht.
- Je warde de kabels dooreen tijdens het verhuizen.
- Hij warde zijn gevoelens dooreen met zijn gedachten.
- We dooreenwarren vaak onze prioriteiten.
- Jullie warden de ingrediƫnten dooreen bij het koken.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Dooreenwarren with some of the pronouns.
- Ik heb alles dooreengewarrend.
- Je hebt je gedachten dooreen gewarred.
- Hij heeft de documenten dooreen gewarren.
- We hebben de problemen dooreengewarred.
- Jullie hebben de puzzelstukjes dooreen gewarren.