doorpakken

Conjugations List of Doorpakken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikpak doorpakte doorheb doorgepakt
jij, je, upakt doorpakte doorhebt doorgepakt
hij, zij, hetpakt doorpakte doorheeft doorgepakt
wijpakken doorpakten doorhebben doorgepakt
julliepakken doorpakten doorhebben doorgepakt
zij, zepakken doorpakten doorhebben doorgepakt