doorspitten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | spit door | spitte door | heb doorgespit |
jij, je, u | spit door | spitte door | hebt doorgespit |
hij, zij, het | spit door | spitte door | heeft doorgespit |
wij | spitten door | spitten door | hebben doorgespit |
jullie | spitten door | spitten door | hebben doorgespit |
zij, ze | spitten door | spitten door | hebben doorgespit |
PresensBeta
Example presens sentences for Doorspitten with some of the pronouns.
- Ik spits door de boeken voor mijn les.
- Jij spitst door de kranten om op de hoogte te blijven.
- Hij/Zij/Het spits door de archieven op zoek naar informatie.
- Wij spitten door de databases voor relevante gegevens.
- Jullie spitsten door de documenten om het antwoord te vinden.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Doorspitten with some of the pronouns.
- Vroeger spitste ik door de boeken om kennis op te doen.
- Toen jij jonger was, spitste je door de kranten voor plezier.
- In het verleden spitste hij/zij/het door de archieven voor onderzoek.
- Wij spitsten vroeger door de databases zonder geavanceerde technologie.
- Als studenten spitsten jullie door de documenten voor projecten.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Doorspitten with some of the pronouns.
- Ik heb de boeken doorgespit voor mijn les.
- Jij hebt de kranten doorgespit en interessante artikelen gevonden.
- Hij/Zij/Het heeft de archieven doorgespit en belangrijke documenten ontdekt.
- Wij hebben de databases doorgespit en bruikbare resultaten verkregen.
- Jullie hebben de documenten doorgespit en nuttige informatie verzameld.