doorstomen

Conjugations List of Doorstomen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstoom doorstoomde doorben doorgestoomd
jij, je, ustoomt doorstoomde doorbent doorgestoomd
hij, zij, hetstoomt doorstoomde dooris doorgestoomd
wijstomen doorstoomden doorzijn doorgestoomd
julliestomen doorstoomden doorzijn doorgestoomd
zij, zestomen doorstoomden doorzijn doorgestoomd

Presens
Beta

Example presens sentences for Doorstomen with some of the pronouns.

  • Ik stoom door naar de top van de berg.
  • Jij stoomt door met je studie.
  • Hij stoomt door in zijn carrière.
  • Zij stoomt door met haar project.
  • Wij stomen door naar de volgende fase.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Doorstomen with some of the pronouns.

  • Ik stoomde door naar de finishlijn.
  • Jij stoomde door met je plannen.
  • Hij stormde door de deur heen.
  • Zij stoomde door het boek in één avond.
  • Wij stoomden door de opdrachten heen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Doorstomen with some of the pronouns.

  • Ik ben doorgestoomd naar de finale.
  • Jij bent doorgestoomd naar een hoger niveau.
  • Hij is doorgestoomd naar een leidinggevende positie.
  • Zij is doorgestoomd naar de volgende ronde.
  • Wij zijn doorgestoomd naar de halve finale.