dramatiseren

Conjugations List of Dramatiseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdramatiseerdramatiseerdeheb gedramatiseerd
jij, je, udramatiseertdramatiseerdehebt gedramatiseerd
hij, zij, hetdramatiseertdramatiseerdeheeft gedramatiseerd
wijdramatiserendramatiseerdenhebben gedramatiseerd
julliedramatiserendramatiseerdenhebben gedramatiseerd
zij, zedramatiserendramatiseerdenhebben gedramatiseerd

Presens

Example presens sentences for Dramatiseren with some of the pronouns.

  • Ik dramatiseer het verhaal.
  • Jij dramatiseert de scène.
  • Hij/Zij/Het dramatiseert de gebeurtenissen.
  • Wij dramatiseren de voorstelling.
  • Jullie dramatiseren de dialogen.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Dramatiseren with some of the pronouns.

  • Ik dramatiseerde het verhaal.
  • Jij dramatiseerde de scène.
  • Hij/Zij/Het dramatiseerde de gebeurtenissen.
  • Wij dramatiseerden de voorstelling.
  • Jullie dramatiseerden de dialogen.

Perfectum

Example perfectum sentences for Dramatiseren with some of the pronouns.

  • Ik heb gedramatiseerd.
  • Jij hebt de scène gedramatiseerd.
  • Hij/Zij/Het heeft de gebeurtenissen gedramatiseerd.
  • Wij hebben de voorstelling gedramatiseerd.
  • Jullie hebben de dialogen gedramatiseerd.